Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten, elk met specifieke oorzaken, klachten en behandelmethoden. Ze hebben wel één gemeenschappelijk kenmerk en dat is een ongeremde celdeling. Ná hart- en vaatziekten is het de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland.
Risicofactoren
Uit onderzoek is gebleken dat bepaalde leefgewoonten of –omstandigheden het risico op een aantal soorten kanker kunnen beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn:
roken
ongezond eten
veelvuldig alcohol drinken
te weinig beweging
te veel blootstelling aan de zon
werken met kankerverwekkende stoffen, zoals asbest.
In de meeste gevallen neemt het risico pas toe bij langdurige blootstelling. Een risicofactor voor de ene soort kanker hoeft dat niet te zijn voor een andere soort.
Gezond leven verkleint de kans
Onderzoek heeft aangetoond dat er een verband bestaat tussen het ontstaan van kanker en ons eigen gedrag. Bij 50 tot 70% van de mensen die aan kanker overlijden, heeft een ongezonde leefstijl een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van de ziekte.
Met een gezonde leefstijl kun je zelf veel doen om het risico op kanker te beperken. Maar een manier van leven die kanker gegarandeerd voorkómt, is er helaas niet. Vaak is kanker het gevolg van een samenloop van omstandigheden.
Voeding en kanker
KWF Kankerbestrijding heeft op grond van onderzoek geconcludeerd dat de directe rol van voeding op het ontstaan van kanker waarschijnlijk bescheiden is. Op basis van het onderzoek adviseert de KWF Kankerbestrijding om elke dag 200 gram groente en twee stuks fruit te eten, gevarieerd te eten, matig te zijn met alcohol en te streven naar een gezond lichaamsgewicht.
Uit onderzoek is gebleken dat een hoge consumptie van groenten en fruit het risico op verschillende soorten kanker verlaagt. Hoe het komt dat groente en fruit bescherming kunnen bieden tegen kanker is nog niet aangetoond. Een veel genoemde, maar nog niet wetenschappelijk onderbouwde mogelijkheid is dat de antioxidanten in groente en fruit DNA-schade kunnen tegengaan.
Vitamines, mineralen en kanker
Er is nog onvoldoende bewijs dat vitamines of mineralen op zichzelf het risico op kanker kunnen verlagen. Mogelijke uitzonderingen hierop zijn foliumzuur (vitamine B11) en seleen. Er zijn aanwijzingen dat foliumzuur de kans op darmkanker kan verlagen. Seleen heeft een gunstig effect op de kans op prostaatkanker.
Er zijn verschillende situaties waarin een (multi)vitaminesupplement een zinvolle aanvulling op de voeding kan vormen, maar er is onvoldoende bewijs om het nemen van supplementen aan te bevelen om het risico op kanker te verkleinen. De komende jaren zal onderzoek hierover meer duidelijkheid moeten geven.